De 11 valkuilen in het kort
Twee van de valkuilen hebben te maken met een gebrek aan veiligheid in je gezin van herkomst.
Het zijn de valkuilen van de VERLATINGSANGST en die van WANTROUWEN EN MISBRUIK.
VERLATINGSANGST
Verlatingsangst is het gevoel dat de mensen van wie je houdt je zullen verlaten en dat je helemaal alleen achter zal blijven.
Of je er nu bang bent dat ze dood zullen gaan, weg zullen lopen, of je in de steek zullen laten voor een ander, in ieder geval ga je er van uit dat je alleen achter zult blijven.
En om die reden klamp je je waarschijnlijk aan hen vast.
Gek genoeg loopt het er vaak op uit dat jij ze weg duwt.
Soms omdat je onevenredig boos en heftig reageert op de normaalste separaties.
WANTROUWEN EN MISBRUIK
Bij wantrouwen en misbruik staat de overtuiging centraal dat mensen je zullen kwetsen en misbruiken.
Je weet zeker dat ze je zullen bedriegen, zullen liegen, je manipuleren, je vernederen, je kwaad doen, je pijn doen of van je profiteren.
Als je deze valkuil hebt, verschans je je achter een muur van wantrouwen, om jezelf te beschermen.
Je laat mensen niet te dichtbij komen.
Je wantrouwt de bedoelingen van anderen en je bent geneigd het ergste te denken.
Je verwacht zelfs dat de mensen die van je houden je uiteindelijk zullen verraden.
Of je gaat helemaal geen relatie aan of doet maar alsof, terwijl je je in feite niet openstelt voor anderen.
Of je gaat relaties aan met mensen die je misbruiken en om je vervolgens boos en wraakzuchtig te voelen.
Twee valkuilen hebben te maken met je vermogen om redelijk zelfstandig te kunnen functioneren.
Het betreft de valkuil van de AFHANKELIJKHEID en die van de KWETSBAARHEID.
AFHANKELIJKHEID
Als je gevangen bent in afhankelijkheid, dan voel je je niet in staat om je in het dagelijks leven staande te houden zonder steun van anderen.
Als kind gaf men je altijd het gevoel dat je het echt niet alleen zou kunnen.
Nu je volwassen bent zoek je sterke figuren op om je aan op te trekken en je laat hen jouw leven regelen.
Op je werk kun je niet zelfstandig functioneren.
Je houdt jezelf klein, dat is duidelijk.
KWETSBAARHEID
Je leeft in de angst dat er ieder moment een ramp kan gebeuren, je voelt je niet veilig.
Of dat nu een natuurramp is, of een misdrijf.
Of je vreest dat je gezondheid op het spel staat of dat je financieel ten onder zal gaan.
Je weet zeker dat er iets verschrikkelijks gaat gebeuren.
Met deze valkuil heb je als kind geleerd dat het leven niet veilig is.
Je werd te beschermd door je ouders.
Ze waren overmatig bezorgd over jouw veiligheid.
Je angsten zijn echt niet reëel en toch beheersen ze je leven.
Je steekt er veel te veel energie in om je een beetje veilig te voelen.
Je kunt bang zijn voor van alles: om een angstaanval te krijgen of aids, om gek te worden of om failliet te gaan en om als zwerver te eindigen.
Je hebt vliegangst, je vreest beroofd te worden of dat er een aardbeving zal losbarsten.
Je bent gewoon voor alles bang.
Twee valkuilen betreffen je relaties met anderen: die van de EMOTIONELE VERWAARLOZING en SOCIAAL ISOLEMENT.
EMOTIONELE VERWAARLOZING
Emotionele verwaarlozing gaat over de overtuiging dat jouw behoefte aan genegenheid nooit door anderen vervuld zal worden.
Niemand houdt echt van je of begrijpt je gevoelens.
Je merkt dat je je aangetrokken voelt tot mensen die nogal kil en terughoudend zijn.
En omdat je zelf ook terughoudend bent is de relatie gedoemd om onbevredigd te blijven.
Je voelt je bedrogen en wordt heen en weer geslingerd tussen woede en eenzaamheid en gekwetstheid.
Gek genoeg stoot je boosheid juist mensen af, en zo houdt je het gevoel van tekortkomen in stand.
Bij iemand die emotioneel verwaarloost is, is hun gevoel van eenzaamheid goed voelbaar.
Het voelt als een grote leegte en een niet verbonden zijn.
Het gaat om mensen die echt geen idee hebben wat liefde is.
SOCIAAL ISOLEMENT
Sociaal isolement gaat over je relatie met anderen.
Het heeft te maken met je geïsoleerd voelen van de wereld om je heen.
Met deze valkuil is het vaak zo dat je je er als kind niet bij voelde horen.
Misschien had je iets bijzonders dat je anders maakte.
Als volwassene heb je deze valkuil in stand gehouden door vermijdingsgedrag.
Je gaat uit de weg ja aan te sluiten bij groepen of bij vrienden.
Je kunt je buitengesloten hebben gevoeld omdat de andere kinderen je buitensloten om een bepaalde reden, en daarom voel je je ongewenst.
Als volwassene kun je het gevoel hebben lelijk te zijn of seksueel niet aantrekkelijk.
Je denkt dat je niet genoeg in je mars hebt, dat je sociale vaardigheden tekortschieten of dat je anderszins niet goed genoeg bent.
Je brengt het scenario uit je kindertijd opnieuw tot leven: je voelt je minderwaardig en daar gedraag je je naar.
Het is niet altijd duidelijk dat iemand de valkuil van een sociaal isolement heeft.
Veel mensen die deze valkuil hebben functioneren goed in hun privéleven en hebben voldoende sociale vaardigheden.
Hun valkuil is vaak niet zichtbaar op één op één relaties.
Soms is het verbazingwekkend om te merken hoe angstig en teruggetrokken deze mensen zich in gezelschap voelen, op een feestje, op school, in vergaderingen of op hun werk.
Zij hebben iets rusteloos, ze zoeken een veilige plek, maar die vinden ze niet.
Twee valkuilen hebben te maken met het gevoel van eigenwaarde, dit zijn die van de MINDERWAARDIGHEID en die van het MISLUKKEN.
MINDERWAARDIGHEID
Bij minderwaardigheid voel je je van binnen stuk en besmet.
Je gelooft dat je in wezen niet iemand bent om van te houden.
Als mensen je echt zouden kennen, zouden ze zien hoe slecht je bent.
Als kind werd je niet gerespecteerd.
Je werd zelfs door je ouders om je zwakheden bespot en bekritiseerd.
Je gaf jezelf de schuld: je was hun liefde immers niet waard.
Nu als volwassene ben je bang voor intimiteit.
Je kunt haast niet geloven dat mensen je waarderen – je verwacht afkeuring.
MISLUKKEN
Bij mislukken geloof je niet dat je in staat bent te presteren op school, in je werk of bij het sporten.
Je hebt het gevoel achter te blijven bij je leeftijdsgenoten.
Als kind heb je dat gevoel al meegekregen.
Het zou kunnen dat je een leerstoornis had of dat je niet genoeg discipline hebt geleerd om je bepaalde belangrijke vaardigheden eigen te maken, zoals bijvoorbeeld lezen.
Ze noemden je dom, lui of zeiden dat het er gewoon niet inzat.
En als volwassene houdt je jezelf in deze valkuil door je mislukkingen te overdrijven of door jezelf te dwarsbomen.
De laatste 3 zijn EXTREME AANPASSING, die van EXTREEM HOGE EISEN en die van VEELEISENDHEID.
EXTREME AANPASSING
Met extreme aanpassing zet je je eigen wensen en behoeften opzij om anderen een plezier te doen of geef je de wensen van anderen voorrang.
Je geeft ze de ruimte om jouw leven te bepalen.
Dat doe je of uit schuldgevoel – dat je anderen zou kwetsen of jezelf op de eerste plaats te stellen - of uit angst – dat ze je zullen straffen of verlaten als je ongehoorzaam bent.
Als kind heeft waarschijnlijk een van je ouders je zo naar beneden geduwd.
En als volwassene ga je steeds maar weer relaties aan met dominante, overheersende mensen en onderwerp je je aan ze of ga je relaties aan met mensen die zelf tekort zijn gekomen en die jou weinig te bieden hebben.
EXTREEM HOGE EISEN
Als je last hebt van extreem hoge eisen, streef je naar de allerhoogste prestaties.
Je legt in extreme mate de nadruk op status, geld, succes, schoonheid of erkenning.
Dit ten koste van geluk, plezier, gezondheid, voldoening en goede relaties.
Waarschijnlijk pas je deze strenge normen ook op anderen toe en ben je heel kritisch.
Als kind verwachtte men topprestaties van je en je leerde dat minder dan de top niet goed genoeg was.
Je leerde dat eigenlijk niets goed genoeg was.
VEELEISENDHEID
De valkuil van veeleisendheid heeft te maken met je vermogen om realistische beperkingen in het leven te aanvaarden.
Mensen met deze valkuil voelen zich ‘speciaal’.
Ze staan erop dat ze altijd onmiddellijk hun zin krijgen.
Wat anderen redelijk vinden, wat haalbaar is, de tijd en moeite die iets gewoonlijk kost, en wat het voor anderen betekent, zien ze over het hoofd.
Zelfdiscipline is geen sterke kant van je.
Veel mensen met deze valkuil werden als kind verwend en verwaarloosd.
Er werd van hen niet verwacht dat ze zich inhielden.
Ze hoefden zich niet aan dezelfde spelregels als andere kinderen te houden.
Als volwassene worden ze nog steeds razend als ze niet krijgen wat ze hebben willen.
(ze voelen zich miskend.)
uit leven in je leven van J. Young en J. Klosko