Cognitieve Gedrags Therapie (CGT)
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een mengeling van gedragstherapie met interventies die ontwikkeld zijn vanuit de cognitieve psychologie.
De kern is de veronderstelling dat zogenaamde irrationele cognities (gedachten) zorgen voor disfunctioneel gedrag, zoals vermijdingsgedrag of agressie.
De technieken die gebruikt worden in de cognitieve gedragstherapie richten zich op het veranderen van de inhoud van deze irrationele gedachten. Grondleggers van CGT zijn Aaron Beck en Albert Ellis.
Daarnaast wordt gewerkt met technieken uit de klassieke gedragstherapie.
Deze staan bij CGT echter ten dienste van het veranderen van gedachten.
Cognitieve gedragstherapie is een gestructureerde therapievorm.
Tijdens een cognitieve therapie leer je je gedachtepatroon te veranderen waardoor ruimte ontstaat voor positieve gedachten en daardoor positieve gevoelens en gedrag.
Cognitieve therapie maakt vooral gebruik van je gezond verstand.
Vaak zal je denken "Ja, nogal logisch", toch denkt niet iedereen logisch.
Je leert je logische gedachten om te zetten in daden.
Cognitieve gedragstherapie is op dit moment waarschijnlijk de meest toegepaste vorm van psychotherapie.
Uit veel onderzoek blijkt dat CGT effectief is in het bestrijden van diverse stoornissen.
Cognitieve gedragstherapie is hierdoor breed inzetbaar.
zo leer je bij voorbeeld hoe je:
Qua denken
- Depressieve gedachten kunt verminderen
- Positieve gedachten kunt stimuleren
- Dwangmatig denken kunt verminderen
- Het relativerend vermogen kunt versterken
Qua voelen
- Angsten kunt reduceren
- Boosheid kunt reduceren
- Zelfvertrouwen kunt stimuleren
- contact met het eigen lichaam kunt stimuleren
Qua handelen
- Dwangmatig gedrag kunt verminderen
- Actief gedrag kunt stimuleren
- Vermijdingsgedrag kunt verminderen
- Meer controle over het eigen leven creëert
Van oorsprong werd cognitieve gedragstherapie vooral bij de behandeling van depressies gebruikt, maar tegenwoordig ook bij angststoornissen, paniekaanvallen, fobieën en verslavingen.